Hoeveel soorten passen er op één plek? Vanaf een afstand vallen vooral de vele witte margrieten en kamille op, en natuurlijke de rode klaprozen – zoals op bovenstaande foto, waar rechtsonder ook rozerood duizendblad te zien is, en rechtsboven blauwe cichorei.
(Voor wie dit leest in een email: klik op de titel van het blogbericht om naar de website te gaan; dan verschijnt de titelfoto).
In een wat schaduwrijkere hoek hebben we vorig jaar vingerhoedskruid gezet:
Veel planten op de rotonde vallen pas op als je wat dichterbij komt, door hun beperkte omvang of kleine aantal. Het maakt ze niet minder de moeite waard! Een paar voorbeelden:
Soms vind je opeens iets wat is aan komen waaien, of – wie weet – al lang in de grond zat. Langs de rand vonden we twee klavers: rolklaver met prachtige gele bloemen, en luzerne. Overigens horen beide soorten niet tot de echte klaverfamilie. Wel zijn het allebei groenbemesters: in samenspel met bacteriën op hun wortels brengen ze stikstof in de grond.
Tenslotte nog een mooi plaatje: vooraan helenium (de rode bloemen) en uitgebloeide witte reseda, vol zaden die we oogsten voor een andere plek. Daarachter margrieten. Rechtsachteraan nog een paar klaprozen, en net zichtbaar: paars ijzerhard (verbena).