Close-up

Het voorjaar begint met opruimen: oude bloemstengels verwijderen, struiken snoeien, en vooral veel gras weghalen zodat planten weer ruimte krijgen, en we kunnen zien wat wél en wat niet meer terugkomt. Sommige planten blijken het niet te redden – omdat het te droog is misschien, of de grond niet helemaal geschikt, of eenvoudig omdat andere planten sterker zijn. Niet getreurd: er is meer dan genoeg om uit te kiezen. En het is leuk om te zien hoe sommige planten op andere plekken opduiken. De valeriaan bijvoorbeeld is van de oostkant naar de noordkant verhuisd.

Na de voorjaarsbollen komen nu de eerste bloeiende planten in beeld. Vandaag een paar close-ups.

Donkere ooievaarsbek
Bermooievaarsbek
Papaver

De rotonde kleurt geel door paardenbloemen. Typisch een plant die vaak “onkruid” genoemd wordt. Hij is door zijn lange wortel inderdaad moeilijk weg te krijgen. Maar voor de natuur zijn paardenbloemen belangrijk: zeker in het vroege voorjaar zijn bloeiende paardenbloemen van groot belang voor vlinders, bijen en andere insecten als bron van nectar en stuifmeel.

Op de website van de Vlinderstichting staat het volgende over een onderzoek gedaan in Drenthe:

Van de 26 vlindersoorten waarvan voldoende gegevens waren, werden er acht meer dan gemiddeld op paardenbloem gevonden. In volgorde van het belang waren dat argusvlinder, citroenvlinder, oranjetipje, kleine vos, klein geaderd witje, klein koolwitje, dagpauwoog en groot koolwitje. Dit zijn allemaal soorten die in het (vroege) voorjaar aanwezig zijn en dan is er niet veel keus aan nectarplanten.

Er zijn wel 1000 verschillende (micro)soorten paardenbloem. Experts groeperen die tegenwoordig in secties, waarvan er nu minstens 10 zijn. Verrassend veelzijdig dus, die doodgewone paardenbloem. En gewoon ook mooi om te zien!

1 reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *