Ineens wordt het effect van de hete dagen zichtbaar: de margrieten, die op de foto hierboven nog zo mooi staan te bloeien, gaan zienderogen achteruit. Ook andere bloemen hebben hun beste tijd gehad, soms wat sneller dan verwacht. De helling tegenover de kerk is een erg droge plek. We leren dat op tijd water geven hier essentieel is.
In het voorjaar hebben we bovenaan de helling bloemen gezaaid. Het resultaat is wat tegen gevallen; ook hier kan de droogte meegespeeld hebben. Toch is het een fraai beeld, met korenbloemen, goudsbloemen en een paar ganzenbloemen en nachtkoekoeksbloemen, tussen kattenstaartamaranten (die zich vorig jaar uitgezaaid hebben en voor een deel dit jaar geplant zijn) en de paarse andoorn (stachys) die al jaren op verschillende plekken op de rotonde staat.
Terwijl op de ene plek de bloei stopt, ontstaat elders nieuwe kleur. De rode zonnehoeden (echinacea) worden nu zichtbaar, net als natuurlijk de vlinderstruiken, terwijl de witte schermen van wilde peen nog steeds opvallen. Intussen vullen we de beplanting aan met nieuwe soorten, ook aan de west- en oostkant (zie de bijgewerkte plattegrond). Een aantal van deze planten zijn najaarsbloeiers – meer kleur op komst dus.